Welkom op mijn gastenboek.


1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35

Jos van Wingerden schreef op 12-03-2017 12:32 het volgende:
3 keer scheepsrecht: bedoelde Marcellino.

Jos van Wingerden schreef op 12-03-2017 12:30 het volgende:
3x scheepsrecht: bedoelde Marcellino.

Jos van Wingerden schreef op 12-03-2017 12:29 het volgende:
Bedoel uiteraard Marcello nog, excuus.

Jos van Wingerden schreef op 12-03-2017 09:48 het volgende:
Ik ben niet snel van de stukjes schrijven maar kan het deze keer niet laten om te reageren op je optreden in Walhalla op Rotterdam Katendrecht. Een tijd geleden dat ik een voorstelling van je hebt gezien (nog met Ernesto). Ik vind je beter als indertijd met Ernesto, je muzikale talenten komen beter uit de verf. Ook hulde aan de Zanggroep Ratatouille uit Vlaardingen die je ondersteunde. En natuurlijk je formidabele begeleiders, wat een plezier en muzikaal vakmanschap! Ook klasse hoe je de problemen tussen de technicus en de gitarist oploste (al dacht de technicus waar ik naast zat er op een moment na de pauze echt anders over).
Voor iedereen die je voorstelling niet gezien heeft: gaan als je de kans hebt! Ik ben zeker van de partij als je weer in de buurt van Rotterdam gaat optreden, met of zonder Turkse barricades!

jaap Pleij schreef op 11-03-2017 15:30 het volgende:
Ernest Beuving heeft geen zwakke kanten

(Tekst Jaap Pleij - internetredacteur) De KringProof aan de start van het seizoen in ons Roosendaalse theater is voor mij een uitgelezen raadgever bij het invullen van mijn kleine zaal-lijstjes. Boven die lijstjes prijken koppen als ‘Die Zeker Wel’ en ‘Die Zeker Niet’. Voorproefjes van voorstellingen die niet in aanmerking komen voor deze lijstjes, worden onder het mom ‘misschien moet je het in zijn geheel zien’ vrijwel automatisch toch meegenomen in de persoonlijke seizoensplanning. Bovenaan dat eerste lijstje stond met drie dikke strepen aangekruist De Bende van Beuving & Vocal Group Nouveau met ‘Klap van de Korenmolen’. Nu, een half jaar later, is het best aardig om nog even te kijken naar wat ik toen in mijn verslag schreef.
‘Van de acht vertoonde voorproefjes smaakte die van de ‘Bende van Beuving & Vocal Group Nouveau’ mij het best, hoewel Jan Rot als uitsmijter natuurlijk ook nooit te versmaden is. Zeker niet als hij eindelijk weer eens de moeite heeft genomen om zijn liedje ‘Roosendaal’ (melodie ‘Birmingham’, Randy Newman, JP) af te stoffen en gedeeltelijk van een nieuwe tekst te voorzien. De Bende van Beuving is een muzikale formatie gevormd rond gitarist Ernest Beuving, eens bekend van het duo Ernesto & Marcellino. Hoewel hij deze avond slechts door een muzikant werd ondersteund, liet hij met zijn rake persiflages niemand ongeroerd. Waarom zou je nog naar een concert van The Stones gaan als Beuving zich van het ene- op het andere moment weet te transformeren van Toon Hermans in Mick Jagger. Jammer dat ik nog tot 10 maart moet wachten om de gehele maaltijd geserveerd te krijgen. Deze voorstelling is in ieder geval een ware aanrader! Zeker ook voor oudere theaterliefhebbers, want het eens zo illustere duo Snip en Snap, alle twee wel te verstaan, komt uit zijn mond zeer natuurgetrouw tot leven. Beuving slingert zijn teksten razendsnel de zaal in, wat hij als Twent natuurlijk gemakkelijk kan doen, omdat hij naar goed regionaal gebruik de helft van zijn teksten inslikt. Hoewel nuchterheid aan de basis ligt van het Twentse leven, wil dat volgens Beuving niet zeggen dat de inwoners elkaar links laten liggen. ‘Kijk, in Amsterdam kun je vijftien jaar dood in huis liggen zonder dat iemand weet wie je bent. Nou dat zal in Twente niet gebeuren hoor. Wanneer je daar vijftien dood thuis ligt, weet iedereen nog precies wie je bent. Of liever gezegd wie je was!’
Nu ik de hele maaltijd heb geconsumeerd, ben ik niet wezenlijk anders gaan denken over Beuving en zijn Bende. Onder ‘bende’ moest deze avond in De Kring allereerst zijn vaste band, bestaande uit Erik Raayman (gitaren), Jan Wolfkamp (drums, percussie), Jaap Berends (gitaren) en Michiel Oeckeloen (accordeon, piano), worden verstaan. Exclusief voor deze voorstelling was ook de Roosendaalse Vocal Group Nouveau onder leiding van Jan Roovers gecharterd. Daar steekt een speciale bedoeling achter. Tot 2012 was Ernest Beuving de helft van het duo Ernesto en Marcellino (Bogers), soms versterkt met Wilfried Finkers (de broer van).

Na twintig jaar op deze wijze aan de weg te hebben getimmerd, besloot hij nieuwe creatieve wegen in te slaan. Beuving was er al gauw achter dat een eigen band veel meer mogelijkheden biedt. Met die band werd hij mede vanwege zijn improvisatietalent regelmatig uitgenodigd om lokale koren te versterken bij hun jaarlijkse uitvoeringen. ‘Waarom zou ik die rollen niet eens omdraaien?’, zal hij ongetwijfeld op een gegeven moment hebben gedacht . Door bij elke voorstelling van ‘Klap van de Korenmolen’ van koor te wisselen, ontstaat er een speciale plaatsgebonden sfeer, leerde de ervaring hem snel. Daarnaast is het een welkome injectie voor de kassa, want elk koor heeft natuurlijk een stevige achterban die vrouw, man, zus, broer, kind, tante, zus en zwager in deze bijzondere ambiance aan het werk wil zien. De Kring was deze avond navenant uitverkocht, en daar heeft Vocal Group Nouveau een flink steentje aan bijgedragen. Het is een aangelegenheid waarover zelden of nooit (in de publiciteit) gesproken wordt, maar ik ben best benieuwd hoe er na afloop financieel werd afgerekend. Op het podium dienden de zangeressen van Nouveau met hun sterke, harmonieuze backing vocals ter versterking van de zanger Ernest Beuving. Een van hen was uitverkoren om met hem in duet te gaan in Joey Dyser’s ‘100 Years’, wat de blonde dame in kwestie niet slecht afging. Voor Beuving, die zichzelf typeert als een cynische romanticus, is humor een beproefd middel om opgewassen te zijn tegen de gektes van de dagelijkse realiteit. Succes is daarmee ook verzekerd, want bij de heren recensenten valt zijn werk goed in de smaak, getuige oneliners als ‘’multitalent met ijzersterke zangstem en vlijmscherpe soepele imitaties’ en ‘Een mond als een mitrailleur en altijd een voltreffer op het juiste moment’. Die laatste omschrijving had ik zelf bedacht kunnen hebben. Ik kan er nog wel aan toevoegen dat Beuvings mensenkennis, zeker waar het zijn eigen publiek aangaat, hem zelden in de steek laat. Een dame die in Roosendaal het lef had om op de eerste rij te gaan zitten, schatte hij in als kapster. Dat bleek nu net niet conform de realiteit, maar zijn excuus mocht er zijn. ‘Ik kan me namelijk zo voorstellen dat als je het zo druk hebt met andermans haar je aan je eigen kapsel nauwelijks toekomt’. Hij toverde daarbij zijn alleraardigste glimlach tevoorschijn, de dame, aan wiens gelakte lokken overigens niets mankeerde, nam het (wellicht mede daardoor) sportief op. Prins Bernard klonk bij Beuving geestiger dan ooit tevoren.
De ‘echte’ wist ook nooit zo overtuigend de fik in zijn pijp te steken. ‘Ik weet dat het slecht voor mijn gezondheid is, ik ben echter toch al lang dood, dus wat maakt het uit!’. Dat doodzijn is hem niet bepaald in de koude kleren gaan zitten. ‘Ik lig nu al veel langer naast Juul dan dat ik bij leven en welzijn ooit heb gedaan’. De titel ‘Klap van de korenmolen’ verwijst naar de eerste stappen die Beuving als onafhankelijke jongeling in het leven zette. Hij mag nu dan leven zonder enige carrièreplanning, waarbij alles is gebaseerd op impulsen, aan de dienstplicht kon hij als een van de laatste lichtingen met verplichte opkomst niet ontkomen. Een pertinente weigering om het groene kloffie aan te trekken, resulteerde in vervangende dienstplicht in de psychiatrie. Zo belandde hij in Vrederust, (Halsteren waarschijnlijk) een periode die hij achteraf beschouwt als zijn drama-opleiding in de praktijk. Je zal ook maar door een dementerende vrouw onder het gebod ‘op m’n platte bek verdomme’ met enig fysiek geweld gedwongen worden om haar op een intieme plek te kussen. Het is de tragiek van een jongenshart, eens zo mooi bezongen door Bram Vermeulen, dat al die jonge zusters een dergelijke drang vreemd is. ‘Ik kwam daar zoveel mooie gekte tegen. Mijn eerste lied ‘De Passant’ gaat ook over die tijd’, zei hij daarover in een interview. Eenmaal weer bevrijd uit de klauwen van de staat beproefde Beuving zijn geluk als straatmuzikant, wat hij combineerde met cabaret. Omdat het leven nu eenmaal niet altijd dikke pret is, zie zijn voorgeschiedenis in Vrederust, besloot hij voor de (sociale) zekerheid biologie te gaan studeren. Midas Dekkers is het levende bewijs dat dit ook een aardige vooropleiding is voor het veelomvattende vak van empathische grappenmaker. Dankzij het festival Cameretten, dat hij in zijn derde studiejaar won, kon Beuving de studie snel voor gezien houden. De wereld van het theater ligt na het winnen van deze prestigieuze prijs volkomen open voor de uitverkorenen. Soms voor even, bij anderen voor de rest van hun leven. Het verdere verloop van Beuvings carrière is geschiedenis, net als het duo Ernesto en Marcellino. De combinatie zanger/humorist/improvisator ligt Beuving uitstekend. ‘Zijn’ eveneens weer even tot leven gewekte Toon Hermans, die filosofeert over het thema ‘kinderen in de huidige samenleving’ , duurt voor het gevoel iets te lang, maar echt zwakke plekken heb ik in ‘Klap van de Korenmolen’ niet kunnen ontdekken. En reken maar dat ik daar stevig het hoofd over heb gepijnigd. Vaak mopper ik op artiesten die al na vijf kwartier het applaus komen incasseren, kennelijk omdat ze vergeten zijn of verleerd hebben dat er volgens oude theaterwetten na de pauze ook nog iets moet komen. Beuving komt na de pauze echter pas goed los. Zijn beste imitaties zijn voor het tweede gedeelte bewaard en ook dan pas demonstreert hij als een Wim Kan in zijn beste dagen hoe je op vileine, maar toch sympathieke wijze een praatje kan aanknopen met een zorgvuldig uitgekozen vrouw in het publiek, en hoe je daar op argeloze- en onbevangen wijze de rest van de familie bij kan betrekken.
Uit de speellijst heb ik begrepen dat dit (10 maart in De Kring) een van de laatste reprisevoorstellingen van ‘Klap van de Korenmolen’ was. Op 13 mei smaken de bezoekers van De Nieuwe Nobelaer in Etten-Leur het genoegen om kennis te nemen van een preview van de opvolger ‘Skoren’. Ook in die show bestaan de aanvullende ingrediënten uit band en koor. De titel verwijst daar omzichtig naar. Wat hebben die ‘Etters’ wat wij niet hebben?’, zou je in een onvergelijkte bui kunnen uitroepen. Als solist is Beuving voorlopig een ijzersterk theatermerk. Als hij toch weer eens terug verlangt naar de duovorm, dan hoop ik dat hij met Alex Klaasen om de tafel gaat zitten. Dit lijkt op voorhand een gouden combinatie, met partners die elkaar uitstekend aanvullen.








1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35